Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren
Artikel 46c
1
Ten aanzien van de rechterlijk ambtenaar kan de disciplinaire maatregel van schriftelijke waarschuwing worden opgelegd, indien hij:
a
de waardigheid van zijn ambt, zijn ambtsbezigheden of zijn ambtsplichten verwaarloost;
b
de bepalingen overtreedt waarbij hem het uitoefenen van een beroep wordt verboden, een vast en voortdurend verblijf wordt aangewezen, verboden wordt zich in een onderhoud of een gesprek in te laten met partijen of haar advocaten of gemachtigden of een bijzondere inlichting of schriftelijk stuk van hen aan te nemen, of de verplichting wordt opgelegd een geheim te bewaren.
2
Ten aanzien van de rechterlijk ambtenaar kan de disciplinaire maatregel van ontslag worden opgelegd, indien hij door handelen of nalaten ernstig nadeel toebrengt aan de goede gang van zaken bij de rechtspraak of het in haar te stellen vertrouwen.
3
Aan de rechterlijk ambtenaar die zich schuldig maakt aan een van de gedragingen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, kan de disciplinaire maatregel van ontslag worden opgelegd, indien hem eerder wegens een gelijke overtreding de disciplinaire maatregel van schriftelijke waarschuwing is opgelegd.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN BG7922, Hoger beroep, 04/5589 AW
Rechtsoort
Ambtenarenrecht
Datum uitspraak
15-12-2008
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Hoger beroep
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Centrale Raad van BeroepNevenactiviteiten. Onderzoek naar declaraties. Weigering vergoeding kosten rechtsbijstand.